Pak alvast je jaarrekening erbij.
De jaarrekening is een financieel verslag over een bepaalde periode. Meestal van 1 januari t/m 31 december. De jaarrekening bestaat uit drie onderdelen:
De balans is een momentopname en geeft een overzicht van je activa (bezittingen) en je passiva (schulden). Meestal per 31 december. Hieruit kan je de financiële situatie van de onderneming aflezen.
De winst- en verliesrekening is een verslag waaruit je het resultaat (opbrengsten min de kosten) kan opmaken over het boekjaar.
De toelichting laat zien hoe posten (bedragen) op de balans zijn ontstaan en hoe het verloop is geweest over het jaar. Tevens worden de belangrijkste posten van de winst- en verliesrekening gespecificeerd. Alle posten worden vergeleken met het voorgaande jaar.
De vaste activa van je onderneming zijn bedrijfsmiddelen waarbij je op het moment van investeren ervan uitgaat dat deze meerdere jaren meegaan. De waarde die op je balans staat is meestal de aanschafwaarde min de afschrijvingen.
Het langlopend vreemd vermogen van je onderneming wordt onderverdeeld in voorzieningen en langlopende schulden. Voorzieningen zijn verplichtingen waarvan de omvang en/of het tijdstip niet precies te bepalen zijn, maar die je wel redelijk in kan schatten.
Langlopende schulden zijn verplichtingen langer dan 1 jaar met vaak een vast aflossingsschema en een leningsovereenkomst met onderpand.
Het totaal van je vaste activa is hoger dan je langlopend vreemd vermogen. Dit is positief, omdat je meer bezittingen hebt dan schulden, waardoor je ruimte hebt om in de toekomst makkelijker te kunnen investeren.
Het totaal van je vaste activa is ongeveer gelijk aan je langlopend vreemd vermogen. Je hebt dus ongeveer evenveel bezittingen als schulden, waardoor je bij eventuele tegenslag wellicht niet meer kan voldoen aan je verplichtingen.
Je langlopend vreemd vermogen is hoger dan het totaal van je vaste activa. Je hebt dus meer schulden dan bezittingen. In jouw geval kan het zijn dat de financier aanvullende zekerheden eist of om vervroegde aflossing vraagt. Neem contact op met je accountant of de bank om deze wellicht ongewenste situatie te bespreken.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Kortlopende schulden zijn verplichtingen van je onderneming met een betalingstermijn korter dan een jaar. Deze schulden maken onderdeel uit van het werkkapitaal van je onderneming en worden over het algemeen uit je kortlopende vorderingen betaald.
Vlottende activa zijn je voorraden en vorderingen die je binnen een jaar in geld kunt omzetten. Ook het geld wat je op de bank hebt staan of in je kas aanwezig is valt hieronder. Deze activa maken onderdeel uit van het werkkapitaal van je onderneming, waaruit je je kortlopende schulden betaalt.
Het eigen vermogen (BV) of kapitaal (eenmanszaak en VOF) is de waarde van de bezittingen min de schulden van je onderneming. Het geeft dus de waarde van je bedrijf weer.
Er kan een afwijking ontstaan als er nog voorzieningen op de balans staan die niet als onderdeel van het langlopend vreemd vermogen zijn vermeld. Vul de voorzieningen hieronder alsnog in.
Controleer je balanscijfers. Vergelijk de onderstaande bedragen met die op jouw eigen balans. Tik op de bedragen om ze eventueel aan te passen.
De waarde van je bezittingen zijn veel groter dan die van je schulden wat leidt tot een positief eigen vermogen. In een gezonde situatie, zoals deze, is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal.
Tevens kan je op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden ruimschoots voldoen. Let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel zijn om te zetten in geld.
De waarde van je bezittingen is veel groter dan die van je schulden wat leidt tot een positief eigen vermogen. In een gezonde situatie, zoals deze, is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal.
Daarnaast kan je vooralsnog op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden voldoen. Maar let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel om te zetten zijn in geld. Als dit niet het geval is, is het mogelijk dat je niet op korte termijn aan je verplichtingen kan voldoen.
De waarde van je bezittingen is veel groter dan die van je schulden wat leidt tot een positief eigen vermogen. In een gezonde situatie, zoals deze, is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal.
Echter, op korte termijn kan je met je kortlopende vorderingen je kortlopende schulden niet voldoen. Je hebt echter voldoende eigen vermogen om dit te kunnen opvangen.
De waarde van je bezittingen is ongeveer gelijk aan die van je schulden wat leidt tot een te lage buffer aan eigen vermogen. In een gezonde situatie is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal. In jouw geval ligt dit tussen de 10% en 30%.
Daarentegen kan je wel op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden ruimschoots voldoen. Let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel zijn om te zetten in geld.
De waarde van je bezittingen is ongeveer gelijk aan die van je schulden wat leidt tot een te lage buffer aan eigen vermogen. In een gezonde situatie is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal. In jouw geval ligt dit tussen de 10% en 30%.
Tevens kan je op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden voldoen. Maar let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel om te zetten zijn in geld. Als dit niet het geval is, is het mogelijk dat je op korte termijn niet aan je verplichtingen kan voldoen.
De waarde van je bezittingen is ongeveer gelijk aan die van je schulden wat leidt tot een te lage buffer aan eigen vermogen. In een gezonde situatie is je eigen vermogen minimaal 30% ten opzichte van je balanstotaal. In jouw geval ligt dit tussen de 10% en 30%.
Daarnaast kan je op korte termijn met je kortlopende vorderingen je kortlopende schulden niet voldoen. Ook is er weinig eigen vermogen als buffer om dit op te vangen. Hierdoor kan de continuiteit van je onderneming in gevaar komen.
De waarde van je bezittingen is veel lager dan die van je schulden wat leidt tot een negatief of te laag eigen vermogen. In een gezonde situatie zou je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal moeten zijn.
Daarentegen kan je op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden ruimschoots voldoen. Let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel zijn om te zetten in geld.
De waarde van je bezittingen is veel lager dan die van je schulden wat leidt tot een negatief of te laag eigen vermogen. In een gezonde situatie zou je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal moeten zijn. In jouw geval is dit minder dan 10%.
Vooralsnog kan je op korte termijn met je vorderingen je kortlopende schulden voldoen. Maar let op: hierbij is er wel van uitgegaan dat je voorraden en vorderingen courant zijn, dus snel om te zetten zijn in geld. Als dit niet het geval is, is het mogelijk dat je op korte termijn niet aan je verplichtingen kan voldoen.
De waarde van je bezittingen is veel lager dan die van je schulden wat leidt tot een negatief of te laag eigen vermogen. In een gezonde situatie is je eigen vermogen minimaal 30% van je balanstotaal. In jouw situatie is dit minder dan 10%.
Tevens kan je op korte termijn met je kortlopende vorderingen je kortlopende schulden niet voldoen. Ook is er onvoldoende eigen vermogen als buffer om dit op te vangen. Hierdoor kan de continuiteit van je onderneming in gevaar komen.
We hopen dat de balans je meer begrip van je jaarrekening heeft gegeven. Wil je meer weten? Bekijk onderstaande ondernemersvragen eens.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Antwoord op de belangrijkste vragen van ondernemers over strategie en toekomst.
OK, je hebt winst of verlies gemaakt, maar het is ook belangrijk om te begrijpen hoe je tot dit resultaat bent gekomen. En nu, wat kan je met deze kennis?
Een belangrijk onderdeel van je jaarrekening, naast de balans, is de winst en verliesrekening. Het is bij uitstek het middel om je huidige jaar te vergelijken met voorgaande jaren, je begroting of met ondernemingen in jouw branche. De posten in je winst- en verliesrekening helpen je ook bij het beantwoorden van vragen zoals: wat is het verloop van mijn brutomarge en hoe is mijn uitgaven patroon.
Je resultaat, dus je winst of verlies, wordt berekend door van je opbrengsten (zoals je omzet) je kosten af te trekken. Je resultaat zegt dus niets over wat je dat jaar daadwerkelijk aan geld hebt ontvangen en uitgegeven. Er is namelijk een verschil tussen je opbrengsten en ontvangsten en tussen je kosten en uitgaven.
Niet al je opbrengsten leiden tot ontvangsten en niet al je ontvangsten leiden tot opbrengsten. Denk hierbij aan het factureren van je omzet. Op het moment dat je de factuur opmaakt komt dit in de boeken als een opbrengst maar pas op het moment dat deze door je debiteur wordt betaalt, is dit een ontvangst op je bankrekening. Daarnaast leiden niet alle kosten tot uitgaven (denk aan afschrijvingen) en niet al je uitgaven tot kosten (denk aan investeringen of aflossingen). De verandering van je banksaldo (ook wel kasstromen genoemd) in een jaar is dus niet gelijk aan het resultaat van je winst- en verliesrekening in dat jaar.
De bank kijkt uiteraard naar je resultaat maar is veel meer geinteresseerd in het verloop van je banksaldo over een bepaalde periode, ook wel je kasstroom genoemd. De bank wil dus vooral weten waaraan je je geld hebt uitgegeven en hoe het geld binnenkomt. De bank zal zich afvragen of je wel voldoende geld beschikbaar hebt om je rente en aflossing te kunnen (blijven) betalen. Het kan dus verstandig zijn om in je jaarrekening een kasstroomoverzicht op te nemen.
De fiscus kijkt alleen naar het resultaat onderaan de streep. Zij wil weten hoeveel resultaat je hebt behaald en bepaalt op basis daarvan hoeveel belasting je moet betalen of terug kan krijgen. De fiscus is dus niet geinteresseerd waaraan je je geld hebt uitgegeven of hoe het geld binnenkomt maar of je opbrengsten en kosten wel juist en volledig zijn verantwoord.
Op het moment dat een andere ondernemer zaken met je gaat doen en dus geld van je tegoed heeft zal hij, net zoals de bank, kijken naar je resultaat. Hij wil weten hoe gezond je onderneming is en of er genoeg geld wordt verdiend zodat je zijn rekeningen kan blijven betalen.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Hoeveel belasting je verschuldigd bent, wordt berekend op basis van je resultaat en is afhankelijk van je ondernemingsvorm (eenmanszaak, VOF of BV).
Als ondernemer van een eenmanszaak of een VOF valt het resultaat uit je onderneming (wat overblijft onder de streep) onder de heffing van de inkomstenbelasting. Het resultaat uit je onderneming wordt belast tegen een tarief oplopend tot maximaal 52%.
De fiscus stimuleert jou als ondernemer met diverse regelingen zoals de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek (mits je jaarlijks meer dan 1.225 uur aan je onderneming besteedt) en de MKB-winstvrijstelling. Deze kan je in mindering brengen op je resultaat waardoor je minder belasting hoeft te betalen. Ook heb je recht op investeringsaftrek als je ruim € 2.000 hebt geinvesteerd in materiele vaste activa.
Je moet er wel rekening mee houden dat de belastingdienst er bij sommige kosten van uitgaat dat hieraan een privé karakter zit (denk aan kantinekosten, lunch & dinerkosten, relatiegeschenken) waardoor je in je aangifte ongeveer een kwart van deze kosten moet optellen bij je resultaat. Voor boetes geldt dat deze voor 100% bij het resultaat moeten worden opgeteld.
In de BV ben je als ondernemer in loondienst bij de vennootschap en ontvang je salaris waarover je loonheffing moet betalen. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor ieder ander die in loondienst is waarbij het loon wordt belast tegen een tarief oplopend tot maximaal 52%.
Over het resultaat van de vennootschap wordt vennootschapsbelasting geheven: In 2012 is dat 20% over de eerste € 200.000 en 25% over het meerdere. Een deel van de winst kan je als ondernemer aan jezelf uitkeren maar let op je bent dan wel 25% dividendbelasting verschuldigd.
Ook heb je recht op investeringsaftrek als je ruim € 2.000 hebt geinvesteerd in materiele vaste activa. Je moet er wel rekening mee houden dat de belastingdienst er bij sommige kosten van uitgaat dat hieraan een privé karakter zit (denk aan kantinekosten, lunch & dinerkosten, relatiegeschenken) waardoor je ongeveer een kwart van deze kosten moet optellen bij je resultaat. Voor boetes geldt dat deze voor 100% bij het resultaat moeten worden opgeteld.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Iedereen kan een BV worden, de vraag is of het zinvol is. Er zijn namelijk verschillende redenen om een BV te beginnen.
Denk bijvoorbeeld aan aansprakelijkheidsbeperking: bij een eenmanszaak/VOF ben je privé aansprakelijk en bij een BV is de onderneming aansprakelijk.
Daarnaast kan een BV, bij voldoende resultaat fiscale voordelen bieden, maar ook een eenmanszaak of VOF heeft fiscale voordelen, zoals de ondernemersaftrek en de mkb winst vrijstelling. Bij een winst vanaf ongeveer € 150.000 is het zinvol om na te gaan of een BV interessant kan zijn in jouw persoonlijke situatie. Bespreek met je accountant wat voor jou de redenen kunnen zijn om een BV te worden.
Voor de bank maakt het niet uit of je een BV wil worden of niet. Echter de bank gaat nu een relatie aan met een BV (beperkte aansprakelijkheid) in plaats van met een privé ondernemer (hoofdelijke aansprakelijkheid). Hierdoor zal de bank bij het verstrekken van leningen en rekening-courant krediet, kritisch kijken welke zekerheden de BV kan verstrekken. Vaak zal de bank als commitment van de ondernemer in de BV een privé borgstelling eisen.
Ook voor de fiscus maakt het niet uit of je een BV wordt. Je moet nog steeds gewoon belasting betalen. Als ondernemer van een eenmanszaak of VOF geef je het resultaat aan in je aangifte inkomstenbelasting. Als ondernemer van een BV geef je het resultaat van de BV aan in de aangifte vennootschapsbelasting. Het salaris en dividend wat je als ondernemer uit de BV ontvangt geef je aan in je aangifte inkomstenbelasting.
Als de andere ondernemer zaken met jou wil doen krijgt hij bij omzetting in een BV, te maken met een andere contractpartner: niet meer met jou als privé ondernemer maar met jouw BV. Contracten, overeenkomsten en aansprakelijkheden zullen moeten worden overgezet naar deze nieuwe onderneming.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Hoeveel geld heb je nodig en waarvoor? Belangrijk is dat je goed in kaart brengt voor welke plannen je geld wilt lenen, hoe je die gaat realiseren en hoeveel geld je daarvoor nodig denkt te hebben. Daarnaast moet duidelijk zijn wat je (eventueel) zelf kunt bijdragen, welke zekerheden je kan verstrekken (wellicht persoonlijke borgstelling) en hoe je voldoende geld gaat verdienen in de toekomst om rente en aflossingen te kunnen betalen. Kortom, maak een goed fiancieringsplan voordat je naar een financier stapt. Dit kan de bank zijn maar natuurlijk ook een privé persoon. Je accountant zal je graag helpen bij het opstellen van je plan.
De bank zal kritisch zijn op je vraag waarom je geld wilt lenen en vragen naar je financieringsplan. Pas als de bank voldoende vertrouwen heeft in jou en je plan zal ze geld aan je willen lenen. Besteed dus voldoende tijd en aandacht aan je plan voordat je naar de bank stapt. De bank zal ook kijken naar de continuiteit van je onderneming, zie hiervoor ook de vraag “Hoe kan ik rekening houden met later?”
De fiscus heeft er geen problemen mee als je geld leent om je onderneming te financieren. Sterker nog de rente die je betaalt op de lening is fiscaal aftrekbaar, omdat je deze mag opvoeren als bedrijfskosten in je winst- en verliesrekening.
Leen je niet bij de bank dan is het opmaken van een goede (zakelijke) leningsovereenkomst belangrijk om de rente als bedrijfskosten op te kunnen voeren.
De andere ondernemer zal er geen problemen mee hebben als je een lening aangaat. Wel kan ze zich afvragen (met name als het een leverancier met een grote leveringsverplichting betreft) of je onderneming nog wel aan haar verplichtingen kan (blijven) voldoen zodra je een lening aangaat. Hoever staan ze achterin de rij als je onderneming failliet gaat? Hierdoor kunnen ze wellicht aanvullende zekerheden vragen of moet je direct gaan betalen bij aflevering.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Je moet eerst weten wat je later nodig denkt te hebben voor een goede oude dag. Als dit duidelijk is dan kan je gericht gaan kijken hoe je hiervoor kan sparen. Hierbij valt te denken aan AOW, pensioen, lijfrentes en opgebouwd prive en ondernemingsvermogen.
Vergeet vooral niet in kaart te brengen wat je reeds aan oudedagsvoorzieningen hebt opgebouwd, zoals pensioen bij een werkgever.
Zowel voor de ondernemer van een eenmanszaak of VOF en voor de ondernemer met een BV zijn er (fiscale) mogelijkheden om hun oudedagsvoorziening op te bouwen.
Heb je een eenmanszaak of VOF, dan kan de fiscale oudedagsreserve iets voor je zijn.
Ben je een ondernemer met een BV, dan behoort de voorziening pensioen in eigen beheer tot de mogelijkheden. In beide gevallen bouw je een pensioenpotje op in je eigen onderneming, waardoor je geen premie afstort naar een verzekeraar maar het geld beschikbaar houdt om meer rendement te halen.
Maar later houdt ook in: het hebben van een testament en het nadenken over bedrijfsopvolging. Het is aan te raden om hierover in gesprek te gaan met je accountant.
Let op: denken aan later begint nu!
De bank zal de continuiteit van je onderneming belangrijk vinden; wat als later al morgen blijkt te zijn? Zij hebben wellicht geld in je geïnvesteerd en willen de zekerheid dat hiermee zorgvuldig wordt omgesprongen én dat ze het in de toekomst weer terug zullen zien. Daarom zien ze graag dat je zaken op het gebied van arbeidsongeschiktheid, overlijdensrisico, nabestaandepensioen, bedrijfsopvolging etc. goed hebt geregeld.
De fiscus stimuleert het nadenken over later en het treffen van voorzieningen hiervoor. Denk hierbij aan de aftrekbaarheid van premies voor arbeidsongeschiktheid of pensioen en lijfrente, waardoor je minder belasting betaalt.
In situaties dat je pensioen in je eigen onderneming of BV wordt opgebouwd zal de fiscus streng toezien dat de fiscale spelregels goed worden opgevolgd. Met name als er niet genoeg bezittingen aanwezig zijn om je opgebouwde pensioen aan jezelf uit kunnen keren, kan dit leiden tot fiscale heffingen.
Een andere ondernemer zal zich niet bezig houden met de vraag hoe jij je toekomst hebt geregeld. Als die andere ondernemer echter een leverancier is die nog geld van je krijgt, zal deze net als de bank de continuïteit van je onderneming belangrijk vinden.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Voorraden zijn ingekochte goederen, waarvoor al uitgaven zijn gedaan, maar die nog niet als kostenpost worden opgenomen in de winst en verliesrekening. Dit gebeurt pas als de voorraad wordt verkocht of verbruikt in het productieproces. In de tussentijd wordt dit ‘geparkeerd‘ op de balans als voorraad. Denk aan een voorraad fietsen bij een fietsenwinkel.
Stel dat je goederen inkoopt en deze als kosten verantwoord op de winst- en verliesrekening maar niet bij je voorraad op de balans boekt, dan is je resultaat lager dan de werkelijkheid. Om een reëel beeld te krijgen van je resultaat zal je dus de nog niet verkochte goederen vanuit je winst- en verliesrekening naar de balans moeten boeken.
Voorraden brengen risico's met zich mee. Door tegenvallende verkopen kan je met goederen blijven zitten die later onverkoopbaar blijken of tegen een te lage prijs verkocht moeten worden. Ook brengt het aanhouden van voorraden extra kosten met zich mee.
Er zijn verschillende manieren om je voorraad te waarderen. Lees hieronder hoe de bank, de fiscus en de andere ondernemer dit beoordelen.
De bank denkt in zekerheden en gaat ervan uit dat de voorraad tegen vervangingswaarde gewaardeerd wordt. Ook zal zij de voorraden vergelijken met jouw branche, nagaan of er rekening is gehouden met niet of moeilijk verkoopbare goederen en bekijken hoeveel maanden je vooruit kunt met de huidige voorraad zonder inkopen te hoeven doen.
De fiscus gaat ervan uit dat de voorraad gewaardeerd wordt tegen de oorspronkelijke inkoopprijs. Als je kan aantonen dat de vervangingswaarde lager is dan mag je fiscaal hiertegen waarderen. De fiscus is echter scherp op een te lage waarde van je voorraden omdat dit leidt tot een lager resultaat en dus minder belastingafdracht.
Als een andere ondernemer zaken met je wil doen kijkt hij naar je financiële positie. Je voorraden spelen daarin een belangrijke rol. Hij zal bekijken hoe je je voorraden hebt gewaardeerd en zich afvragen of deze waarde reëel is. Daarnaast zal hij nagaan in hoeverre je rekening hebt gehouden met een voorziening voor niet of moeilijk verkoopbare goederen.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
Een voorzieningen is een ‘spaarpotje’ voor gebeurtenissen waarvan je weet dat ze gaan komen, maar niet precies wanneer en hoeveel het je gaat kosten. Je bouwt je voorziening op op basis van een inschatting van het tijdstip en van de te verwachten kosten. Hierbij kan je denken aan een pensioenverplichting, of een voorziening voor groot onderhoud aan een pand. Het is dus een deel van je eigen vermogen met een bestemming die al voorzienbaar is.
De bank zal, in geval van financieringen, bekijken of het gevormde potje toereikend is voor eventuele toekomstige gebeurtenissen. Kortom ben je niet te optimistisch of pessimistisch over wat je eventueel te wachten staat? Hierdoor kunnen de cijfers op je balans en je winst- en verliesrekening een onjuist beeld van je huidige en toekomstige situatie geven.
Van de fiscus mag je rekening houden met het opnemen van een voorziening. Maar mag je alles voorzien van de fiscus? Nee. Uitsluitend voor dubieuze debiteuren, incourante voorraden, verwachte verliezen op onderhanden werk, garantieverplichtingen, groot onderhoud, pensioenen en reorganisatiekosten.
Een andere ondernemer kan met een schuin oog kijken welke uitgaven jij in de toekomst denkt te maken. Dit kan het geval zijn bij een bedrijfsovername. Over het algemeen zullen andere ondernermers niet veel waarde hechten aan de door jou voorziene verplichtingen.
Op deze app is een disclaimer van toepassing. Neem voor meer informatie contact op met FACET of je eigen accountant.
De informatie in deze app is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld en is bedoeld om ondernemers te helpen bij het begrijpen van hun jaarrekening. De conclusies die worden gegeven zijn gebaseerd op de door jou ingevoerde cijfers en geven een algemeen beeld van de situatie. De werkelijkheid kan echter heel anders in elkaar zitten. FACET is dan ook niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade die kan ontstaan door het gebruik van de app. Aan de inhoud van de app en de gegeven conclusies kunnen op geen enkele wijze rechten worden ontleend of aanspraken worden gemaakt. Alle informatie in deze app is onder voorbehoud van programmeerfouten.
FACET Accountants en Adviseurs is een dynamische accountants- en adviesorganisatie waarbij de klant in het denken en doen centraal staat. Wij kenmerken onszelf als een toonbepalende dienstverlener voor ambitieuze ondernemers die willen vernieuwen, verbeteren en hun groeigrenzen willen opzoeken. Kortom, FACET wil ondernemers beter laten ondernemen!
Heb je vragen (naar aanleiding van de app) of wil je een vrijblijvend kennismakingsgesprek neem dan contact met ons op via 010-4526144 of kijk ook eens op onze website: www.facet-accountants.nl.